Waarom een weeshuis in Makeni?
Zoals alle Afrikaanse landen heeft Zambia een groot Aids-probleem. Een op de vier mensen is besmet.
Het grootfamilieverband, een van de grondstructuren waarop de samenleving in Zambia is gebaseerd, kan zich niet langer staande houden.
De grootouders die als bindend uitgangspunt van de samenleving in de dorpen functioneren, zijn vaak weggevallen of kunnen het appèl dat op hen gedaan wordt niet meer aan.
Na de ziekte van een van de ouders of beide ouders is er geen financiële draagkracht meer binnen het familiesysteem om de opvang van de achtergebleven kinderen op een goede manier te regelen. De ziekte- en begrafeniskosten maken mensen wanhopig. De kinderen, achtergelaten in de gemeenschap, kunnen hierdoor geen (rechtvaardige) veilige plaats krijgen en worden niet zelden misbruikt.
Vanuit deze situatie werd er steeds vaker een beroep gedaan op Makeni.
Dit appèl resulteerde in het starten van een weeshuis in januari 2001.
Hoe is het weeshuis ingericht?
Het weeshuis is gevestigd op het eigen terrein en bestaat uit één gemeenschappelijke zaal en een keuken met een overdekte tussenruimte. Het is een prachtige beschutte ruimte ontstaan die multi functioneel is.
Daaromheen staan losse slaaphuisjes voor de jongens en een groter slaaphuis voor de meisjes.
Er zijn douches en toiletten in de huisjes aanwezig. Rond het weeshuis is een groot speelterrein waar de kinderen kunnen spelen en sporten. De groep bestaat momenteel uit 32 kinderen van 2 tot 19 jaar.
Vrijwel alle kinderen wonen er nu al jaren en zullen in het huis blijven tot ze 18 jaar zijn en zelf naar de familie willen. Maar het is ook mogelijk dat ze hun opleiding helemaal op Makeni af kunnen maken. Alle kinderen, groot en klein, leven dicht op elkaar en delen alles.
Zo leeft men in Afrika en helemaal als je geen keus hebt. Bij de oudere kinderen is er behoefte aan meer privacy ontstaan. Daarnaast is er een wachtlijst van kinderen die opgenomen zouden moeten worden. De uitbreiding van de slaapzalen zorgen ervoor dat de jongens nu allemaal op een slaapzaal slapen, maar ieder heeft nu een eigen bed.
De oudste jongens slapen in de daaraan geschakelde huisjes, waardoor er nu ook studie ruimte is en kasten waarin de kinderen hun kleding kunnen opbergen. Nieuwe (kleine) kinderen zijn inmiddels opgenomen. De meisjes slapen nu in 3 aaneen geschakelde ruimten.
De leiding slaapt in de buurt van de kinderen. De grote kinderen hebben een taak in de dagelijkse zorg, die ze samen met de verzorgsters uitvoeren. Alle kinderen gaan naar de kleuter- basis en middelbareschool (gelegen op het terrein).
De kinderen die nog familie hebben krijgen af en toe bezoek. Allekinderen gaan naar de familie tijdens de schoolvakantiesDe dagelijkse leiding ligt nu Ireen en Christien, beiden zijn gekwalificeerde krachten met een pedagogische achtergrond. Naast hen werken er nog 3 aunties.
Een tante is ook gedurende de nacht verantwoordelijk. Een uncle onderhoudt het weeshuis en hij vervult een soort vaderrol.
De gehele verzorging, wassen, koken, schoonmaken, onderhoud en aandacht voor de kinderen ligt bij deze vier mensen.
Homecare
Veertig kinderen en hun families uit naburige townships en een van de settlers-dorpen leven ver onder de armoedegrens. Dat betekent dat er dagelijks onvoldoende voedsel op tafel komt.
Doordat er in veel families de volwassenen overlijden wordt het steeds moeilijker om te (over) leven.
Kinderen zijn daar doorgaans als eerste de dupe van. Vanuit Makeni worden deze gezinnen bezocht, de kinderen worden in de gaten gehouden.
Daarnaast stimuleert Makeni de volwassenen om de kinderen naar school te laten gaan. Zij zorgt dat dit mogelijk gemaakt wordt door middel van een financiële bijdrage voor het schooluniform en/of schoolgeld.